Hoe zou u reageren als een ex-gedetineerde terugkeert in de samenleving en in uw wijk komt te wonen? En wat zou u ertoe drijven om mee te doen aan een buurtprotest tegen de terugkeer van de ex-gedetineerde? Jaarlijks keren er in Nederland ongeveer 33.000 ex-gedetineerden terug in de maatschappij[1], waarvan rond de 1.500 plegers zijn van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven.[2] Hoewel het grootste deel van deze herintredingen zonder veel commotie verloopt, gaan enkele gevallen gepaard met grote maatschappelijke onrust in de (beoogde) woonomgeving. Deze onrust ontstaat vooral wanneer de gepleegde misdrijven ernstiger zijn.[3] Dit komt de terugkeer van de ex-gedetineerde, en de maatschappelijke veiligheid, niet ten goede.
In 2016 zaten ruim 35.000 gedetineerden in een gevangenis of huis van bewaring.[4] Met uitzondering van enkele levenslang gestraften keren deze gedetineerden op een dag terug in de samenleving. Een ‘zachte landing’ in de samenleving is hierbij van groot belang, niet alleen voor de ex-gedetineerde maar ook voor de maatschappij. Uit studies blijkt namelijk dat sociale uitsluiting de kans op recidive kan vergroten.[5]
Reacties van omwonenden op de terugkeer van een ex-gedetineerde hangt in grote mate af van de aard van het delict. Over de terugkeer van een fraudeur zullen buurtbewoners bijvoorbeeld onderling praten, maar de kans op groot buurtprotest is klein. Ex-gedetineerden die meer maatschappelijke onrust veroorzaken, zeker wanneer onschuldige slachtoffers zoals vrouwen, kinderen of omstanders zijn betrokken, zijn pedoseksuelen, moordenaars en terroristen. Deze ex-gedetineerden hebben meer met elkaar gemeen dan in eerste instantie lijkt. Ten eerste worden zij na hun overtreding vaak opgesloten voor langere tijd. Hierdoor hebben ze grote kans om hun sociale netwerk buiten de gevangenis te verliezen. Daarnaast brengt de herintreding van deze drie groepen een golf van onrust met zich mee, met name met betrekking tot de vrees ‘zullen ze het opnieuw doen’.
Collectief protest ontstond bijvoorbeeld naar aanleiding van de terugkeer van zedendelinquenten Benno L. in Leiden en Sytze van der V. in Amersfoort. De huisvesting van de twee zedendelinquenten veroorzaakte ware heksenjachten. Aan de andere kant zijn er ook gevallen waar buurtprotesten, tegen de verwachting in, uitbleven. Denk bijvoorbeeld aan de terugkeer van Volkert van der G., de moordenaar van Pim Fortuyn. Hoewel er gevreesd werd voor demonstraties tegen zijn terugkeer, werden er in zijn woonplaats Apeldoorn geen protesten gevoerd door omwonenden. Zijn buurtbewoners eerder bereid om mee te doen aan protest als het een zedendelinquent betreft? En waarom doen mensen eigenlijk mee aan buurtprotest?
Van buurtfeest tot buurtprotest
De bereidheid om mee te doen aan politiek protest is in de afgelopen decennia flink toegenomen.[6] Buurtprotest is een manier om verantwoordelijkheidsgevoel en sociale betrokkenheid uit te dragen en lijkt de laatste jaren inderdaad steeds meer voor te komen. Toch leidt de terugkeer van een ex-gedetineerde niet altijd tot protest, terwijl buurtbewoners wel verontwaardigd of angstig kunnen zijn. Hoewel een bepaalde situatie grote verontwaardiging kan oproepen, kan er niet zonder meer van worden uitgegaan dat alle betrokkenen ook altijd daadwerkelijk deelnemen aan een collectief protest. Het proces naar deelname aan protest kan worden opgedeeld in vier stappen.[7] In de eerste stap wordt een individu een sympathisant, met potentie om gemobiliseerd te worden. Met andere woorden, iemand is het eens met het standpunt van het protest dat wordt gevoerd. In de tweede stap wordt het individu actief benaderd, oftewel het wordt een doelwit voor mobilisatie, bijvoorbeeld als een initiatiefnemer van protest langs de deuren gaat om buurtbewoners te overtuigen om mee te doen. Vervolgens maakt het individu een keuze om wel of niet deel te nemen. In de derde stap raakt het individu gemotiveerd om daadwerkelijk te participeren, en ten slotte worden eventuele barrières overkomen in de vierde stap. In deze laatste stap wordt overgegaan van intentie naar feitelijke deelname.
“Een groot aantal mensen heeft begrip voor de terugkeer van de ex-gedetineerde en vindt dat de ex-gedetineerde een nieuwe kans verdient.”
Waarom protesteren?
Waarom neemt een individu deel aan collectief protest? De resultaten van dit masterscriptie-onderzoek laten zien dat als het gaat om de terugkeer van pedoseksuelen, moordenaars en terroristen, buurtbewoners zouden meedoen aan protest om hun emoties te ventileren en/of omdat ze hiermee hun normen en waarden willen uitdragen. Met andere woorden, gevoelens van boosheid, angst en een bepaalde ideologie motiveren buurtbewoners om mee te doen aan protest. Maar het moet ook benoemd worden dat buurtbewoners in dit onderzoek maar in beperkte mate bereid waren tot protest.[8] Hoewel (vooral Amerikaanse) literatuur ons doet geloven dat met name de terugkeer van zedendelinquenten felle reacties oproept[9], komt dat uit dit onderzoek niet naar voren. Een groot aantal mensen heeft begrip voor de terugkeer van de ex-gedetineerde en vindt dat de ex-gedetineerde een nieuwe kans verdient. Anderzijds zijn er ook in alle drie de situaties (pedoseksuelen, moordenaars, terroristen) een aantal mensen die fel reageren en de delinquenten niet in hun buurt wil hebben.
Kijk uit met sensatiebeluste informatie en populistische uitspraken
Het blijft lastig om te voorspellen wanneer daadwerkelijk ophef zal ontstaan in een wijk. Soms kunnen onvoorspelbare factoren van doorslaggevende invloed zijn op het ontstaan van onrust. Toch geven de uitkomsten van het onderzoek ons het volgende mee wat betreft beleid omtrent de terugkeer van ex-gedetineerden:
Gezien eerdergenoemde uitkomsten is het belangrijk dat geëmotioneerde buurtbewoners de ruimte krijgen om hun emoties te ventileren. In sommige gevallen waarin een ex-gedetineerde terugkeerde naar zijn of haar oude buurt zijn bijvoorbeeld buurtbijeenkomsten georganiseerd, om zo buurtbewoners te informeren over de situatie en om hen ruimte te geven om vragen te stellen. Dit gebeurde bijvoorbeeld na de terugkeer van Volkert van der G. Toch moet bij dergelijke informatiebijeenkomsten een kanttekening worden geplaatst. Zoals is beschreven in dit onderzoek is er grote diversiteit in de sociale reacties als een ex-gedetineerde terugkeert naar de buurt. Onder andere zijn er actievoerders die uit morele overweging handelen, omdat de situatie tegen hun principes ingaat. Actievoerders die uit morele overweging handelen zijn vaak niet uit op concrete oplossingen. Zij kunnen zich niet vinden in het uitgangspunt dat een gedetineerde na het uitzitten van zijn of haar straf het recht heeft om terug te keren naar de samenleving. Dit maakt het lastig om bijvoorbeeld tijdens buurtbijeenkomsten met hen te overleggen en tot gezamenlijke oplossingen te komen. Het hangt van het type onrustzaaier af welke benadering passend is.
“Het lijkt alsof zedendelinquenten tot de folk devils van de samenleving behoren.”
Een ander aandachtspunt is dat plegers van zware seksuele delicten in het publieke debat veel aandacht krijgen. De representatie van een pedofiel is bijvoorbeeld in de media vaak op sensatie belust. Hiernaast mengen politici zich vaak in de discussie op basis van politieke opportuniteit en doen populistische uitspraken en voorstellen om de maatschappij tegen dit ‘kwaad’ te beschermen. Het lijkt alsof zedendelinquenten tot de folk devils van de samenleving behoren. Een begrijpelijk gevolg is een gevoel van angst en verontwaardiging onder de betrokken buurtbewoners. Terwijl de laagste recidivecijfers in eerdere onderzoeken juist worden gevonden onder zedendelinquenten en levensdelinquenten. Daarnaast wordt de kans op recidive juist vergroot door sociale isolatie.
In het licht van bovenstaande informatie is het een interessante, en misschien ook wel geruststellende uitkomst dat in dit onderzoek eigenlijk heel weinig protestbereidheid was. Daarnaast waren mensen niet in hogere mate bereid om mee te doen aan protest als het een zedendelinquent betrof, dan wanneer het om een moordenaar of terrorist ging. Deze uitkomst laat zien dat het van belang is, vooral voor de media en politici, om uit te kijken met sensatiebeluste informatie en populistische uitspraken. Juist voor geluiden zoals ‘iedereen verdient een nieuwe kans’ of ‘het opjagen van de zedendelinquent vergroot juist de kans op nieuw misbruik’ moet ook ruimte zijn. Hopelijk komt dit de maatschappelijke veiligheid ten goede.
Redacteur: Maaike Homan
Referenties
de-gevangenisstraf
[2] Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (2015). Gezamenlijke aanpak huisvesting zedendelinquenten. Geraadpleegd op 7 januari 2016, van https://vng.nl/onderwerpenindex/veiligheid/exgedetineerden/nieuws/gezamenlijke-aanpak-huisvesting-zedendelinquenten
[3] Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). (2013). Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen: beter richten! Den Haag: RSJ.
[4] Centraal bureau voor de Statistiek. (2017). Gedetineerden; geslacht, leeftijd en herkomstgroepering. Geraadpleegd 9 juni 2018, van http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=82321ned
[5] Lussier, P., & Gress, C. L. Z. (2014). Community re-entry and the path toward desistance: A quasi-experimental longitudinal study of dynamic factors and community risk management of adult sex offenders. Journal of Criminal Justice, 42(2), pp. 111-122; Lussier, P., Tzoumakis, S., Cale, J., & Amirault, J. (2010). Criminal trajectories of adult sex offenders and the age effect: Examining the dynamic aspect of offending in adulthood. International Criminal Justice Review, 20(2), pp. 147-168; Tewksbury, R. (2005). Collateral consequences of sex offender registration. Journal of Contemporary Criminal Justice, 21(1), pp. 67-81; Boone, M., van de Bunt, H. & Siegel, D. (2014). Gevangene van het verleden: Crisissituaties na de terugkeer van zedendelinquenten in de samenleving. Apeldoorn: Politie & Wetenschap.
[6] Dekker, P. & Posthumus, H. (2013). Burgerperspectieven 2013. Continu onderzoek burgerperspectieven. Sociaal en Cultureel Planbureau.
[7] Klandermans, B., & Oegema, D. (1987). Potentials, networks, motivations, and barriers: Steps towards participation in social movements. American sociological review, 52, pp. 519–531.
[8] Dit onderzoek is uitgevoerd in de wijk Mariahoeve in Den Haag
[9] Rogers, D. L., & Ferguson, C. J. (2011). Punishment and rehabilitation attitudes toward sex offenders versus nonsexual offenders. Journal of Aggression, Maltreatment & Trauma, 20(4), pp. 395-414.
Reacties